Skip to content

4.1 Ruimten

In deze regel controleren we de ruimtedefinities in het model. Een ruimte wordt in:

  • Revit aangeduid als een Room
  • IFC geëxporteerd als een IfcSpace

Correct gebruik van ruimten is essentieel voor:

  • hoeveelhedenraming (m², m³),
  • locatietoewijzing van objecten,
  • export naar IFC en COBie.

✅ Controles in dit rapport

1. Ruimtenummer heeft correct formaat

Het nummer van de ruimte moet voldoen aan de conventie:

[Verdieping].[Uniek nummer] → bijv. 00.01, 01.23, -1.12

Voorbeeld Geldig?
00.01 ✅ Ja
0.01 ❌ Nee
01-05 ❌ Nee
BG.01 ❌ Nee

Deze opbouw maakt het mogelijk om ruimten logisch te ordenen én koppelen aan verdiepingen.


2. Ruimtenummers zijn uniek

Elk ruimtenummer moet slechts één keer voorkomen in het model. Dubbele nummers leiden tot:

  • fouten in exports (COBie, ruimteboeken),
  • verwarring bij afstemming met andere disciplines.

3. Eerste deel van het ruimtenummer = eerste deel van het niveau (level)

Voorbeeld: - Level name: 00 Begane Grond - Ruimtenummer: 00.01, 00.02 → ✅ correct - Ruimtenummer: 01.01 → ❌ fout

Deze controle zorgt voor logische koppeling tussen ruimten en verdiepingen, wat cruciaal is voor filtering, zone-indelingen en rapportage.


🛠️ Wat te doen bij afwijkingen

  1. Corrigeer foutieve ruimtenummers handmatig of via schedules in Revit
  2. Zorg voor uniekheid: gebruik eventueel Dynamo of Excel-export om snel duplicaten te detecteren
  3. Check level-ruimte koppeling en pas aan indien verkeerd geplaatst of verkeerd genummerd
  4. Herexporteer IFC om te verifiëren dat IfcSpace-gegevens correct meegegeven zijn

🧠 Aanbeveling

Gebruik een ruimtenummeringstemplate zoals:

[Verdiepingscode].[Ruimtevolgnummer] → bijv. 02.05