3.5 Structuur en naamgeving

Een correcte invulling van IfcName en IfcObjectType is essentieel voor een goede overdracht van informatie bij export naar IFC.

🧱 Wat is IfcName?

IfcName is de weergavenaam van het object in een IFC-model. Deze naam wordt o.a. gebruikt:

  • in IFC-viewers zoals Solibri, BIMcollab Zoom of BIMvision
  • in modellen die worden geconsumeerd door andere disciplines of software
  • in COBie-exports (Name veld)

Aanbeveling: Gebruik hier een duidelijke, leesbare naam die de functie van het object beschrijft. Bijvoorbeeld:
"Binnenwand 100mm Gips" of "Daklicht Type B"

🧾 Wat is IfcObjectType?

IfcObjectType specificeert het type of subcategorie van een object binnen zijn klasse.

Voorbeeld: - IfcWall → ObjectType = Binnenwand, Buitenwand - IfcFlowTerminal → ObjectType = Wandrooster, Plafondrooster, etc.

Dit attribuut maakt het mogelijk om objecten verder te groeperen, filteren of analyseren binnen de context van een project.

✅ Controlepunten

  • ✅ IfcName is niet leeg en bevat een duidelijke objectnaam
  • ✅ IfcObjectType is correct ingevuld en geeft een specifieke, herkenbare typologie weer
  • ✅ Er worden geen generieke of betekenisloze waarden gebruikt zoals Object 1 of Type A
  • ✅ De waarden zijn menselijk leesbaar (geen codetaal of interne referentie)

🧠 Aanvullende tips

  • Houd namen kort maar beschrijvend
  • Gebruik bij voorkeur geen hoofdletters of underscores tenzij functioneel
  • Houd rekening met export naar IFC2x3: sommige velden worden niet automatisch gevuld, controleer exportinstellingen!

📘 Voorbeeld

Revit Element IFC Class IfcName IfcObjectType
Wandfamilie Type B IfcWall Binnenwand 100mm Gips Binnenwand
Rooster Plafond IfcFlowTerminal Plafondrooster Ø200 Rooster
Lichtarmatuur LED IfcLightFixture LED Paneel 600x600 Plafondarmatuur

🛠️ Wat te doen bij fouten

  1. Controleer de mapping in de IFC-exporter (Revit → IFC Export Setup)
  2. Gebruik shared parameters of export overrides indien nodig
  3. Vul ontbrekende waarden aan in je families of via projectparameters
  4. Her-exporteer en controleer in een IFC-viewer