Naamgeving Materialen
bron: Nederlandse Revit Standaard versie 3.0.1.DEF.pdf
Voor de naamgeving van de Materialen wordt uitgegaan van de volgende syntax: pos1>_pos2_pos3_pos4_pos5 Hierbij moeten de posities als volgt worden ingevuld:
- pos1 = Landcode
- pos2 = Classificatiecode
- pos3 = Omschrijving inclusief kenmerken etc.
- pos4 = Bronhouder
- pos5 = Content leverancier
pos1 Landcode
Combinatie landcode (LC) en identificatie standaard (RS). In dit geval is de gebruikte afkorting NLRS. Een taalcode is niet noodzakelijk.
pos2 Classificatiecode
Classificatie code conform tabel van de NL-Sfb (lettercijfercombinatie op basis van materiaalsoort).
pos3 Omschrijving
Omschrijving materiaal toepassing (aluminium, staal, hout, koper,beton, etc.) en een tekstuele omschrijving van de kenmerkende eigenschappen van het materiaal. (sterkte- klasse, kleuren, etc). De volgende tekens zijn toegestaan als koppelteken: minteken ‘-’, Pipe symbol ‘|’, Forward slash ‘/’. Spaties zijn toegestaan.
pos4 Bronhouder
Deze code geeft aan of het materiaal generiek is of fabrikant gebonden. Er wordt “gen” ingevuld indien het om een generiek materiaal gaat waarbij 1 of meerdere Assets niet zijn toegevoegd. Bij fabrikant gebonden materiaaltoepassingen wordt een afkorting toe- gevoegd voor de fabrikant. Deze afkorting is gelijk aan de afkorting gebruikt in de naam van het object waar het materiaal is toegepast.
pos5 Content leverancier
De naam van de content leverancier die een eigen materiaal aanmaakt of verspreidt. De content leverancier is de partij die aangesproken kan worden met vragen of feedback op de aangeleverde materialen. De Revit Standards Foundation publiceert en onderhoudt op dit moment geen lijst met namen van leveranciers van voor de NLRS goedgekeurde content. Bedrijven die voor eigen gebruik content maken, kunnen in deze positie ook de eigen bedrijfsnaam kwijt om onderscheid te maken tussen eigen en “vreemde” content.